Brief aan onye vrienden

2 September 2007

Geachte Vrienden,

Op 14 september, feest van de Kruisverheffing, zal tijdens de Eucharistieviering het klooster van Novy Dvur tot priorij worden verheven door de Abt van Sept-Fons. Onze bisschop zal concelebreren. Wij zullen de geloften van stabiliteit afleggen in de communiteit die leeft en groeit dankzij uw hulp, en vervolgens zullen wij een Prior kiezen. Wij willen deze dag aan uw gebed toevertrouwen.

Drie jaar na de wijding van onze kerk en vijf jaar na de stichting kijken we terug op het verleden om er lering uit te trekken. Een paar weken geleden heeft een passage in een boek me getroffen. In 1965 – het communisme was toen bijzonder drukkend en het Westen, in volle groei, weigerde dit te erkennen – heeft een Russische schrijver in Frankrijk een van zijn gelijken ontmoet. Toen de communist trots vertelde dat hij zijn oude ongeletterde dienstbode door een pope (Russisch orthodox priester) had laten begraven, vroeg de christen of er in Rusland nog gelovigen waren. „Nog enkele“ antwoordde hij. De Fransman, die het Evangelie van de zuurdesem en het meel kende, zei hem: „Dat is voldoende!“ De gebeurtenissen hebben hem gelijk gegeven. De christenen zijn in de minderheid, zowel in Tsjechië als in Frankrijk. Het is een nieuw gegeven dat wellicht ook een kans inhoudt: met de vrijmoedigheid van de profeten te zeggen wat we zijn en wat we geloven.

Tijdens de tweede Wereldoorlog – Pater Jerome hield zich toen bezig met de priesters die op retraite kwamen – kreeg hij via één van hen lucht van wat het lot was van het Joodse Volk. Hij was er zodanig door geschokt, dat kan men begrijpen, dat hij tot zichzelf zei: „ Jij, je bent hier, en op dit moment zijn er mannen van jouw leeftijd die afschuwelijk lijden…“. De monnik die hij om raad vroeg stelde hem gerust door te vragen: „En U, gedurende al die tijd , hebt U zich geamuseerd?“ Onze wens om in het noodlot van ons tijdperk in te grijpen is soms erg groot. Echter, dààr is niet onze plaats. Wij hebben een rol te spelen, maar het is een andere, en meer verborgen.

Hoe moeten we dan onze plaats innemen, en welke is het? Hoe krachtig de bovennatuurlijke roeping ook is die een christen tot het doopsel, een geestelijke naar zijn gemeenschap, een monnik naar zijn klooster leidt, en hoe groot onze oprechtheid is om aan deze roeping gehoor te geven, de middelmatigheid belaagt ons. Onze trouw stuit altijd op een erg armoedig innerlijk. Streven naar een zekere rechtschapenheid en eerlijk leven, hen te ondersteunen en te vormen die God ons gegeven heeft, weten zich te laten helpen door anderen die net zo armoedig zijn als wij, dàt is onze dagelijkse strijd, altijd ontoereikend en onvoltooid. Van deze waakzaamheid en van de genade hangt de bovennatuurlijke werkzaamheid van ons gebed af die, met Gods hulp, het lot van onze tijdgenoten kan keren.

In onze communiteit treffen zich twee aan de geschiedenis verbonden ervaringen. Aan nationale gebeurtenissen vol van beproevingen, soms lafheid en meestal van moedig gedrag. De grootouders en ouders van onze Tsjechische en Slowaakse broeders hebben, als zij christen waren, op dappere wijze weerstand geboden. De oudoom dominicaan van Br. Jean-Paul is in 1954 op 34 jarige leeftijd gestorven ten gevolge van een tijdens gevangenschap opgelopen ziekte. De grootvader van Br. Prokop heeft gevangen gezeten. Zij zijn niet de enigen. Wat Frankrijk betreft, de Kerk is een eeuw geleden van al haar bezittingen beroofd en heeft sindsdien aan een lange doctrinale vaagheid geleden. Nu moet zij het hoofd bieden aan vergrijzing. Voordat de broeders in het klooster zijn ingetreden hebben zij, afhankelijk van hun leeftijd, deze ontwikkelingen verschillend waargenomen. In de Tsjechische Republiek is de Kerk ook verarmd, maar geestdriftiger en jonger. Zij zoekt haar positie in een samenleving waar zij niet meer de luister van voor de oorlog bezit en die snel veranderd is. Als zij, wat haast ondenkbaar is, deze vergane luister herwint, wat zou ze er mee doen?

Begrijp me goed! Het gaat niet om ideeën of principes te hebben, maar om hen na te volgen die in het klooster of in onze families de waarden hebben weten te verdedigen waarvan wij leven. Het is aan ons om ook deze waarden te beoefenen en door te geven, opdat onze jonge broeders, als zij gevormd zullen zijn voor het kloosterleven, hun eigen toekomst weten te vormen.

Ik zal me tot enkele hiervan beperken. Allereerst, vrijmoedig onze overtuigingen uitdrukken zelfs als zij niet bevallen. Voordat we naar de stichting vertrokken zei de Abt me eens: „Wat is onze kracht…? Telkens als er iets niet gaat in Sept-Fons, is er iemand die het zegt, en dat is niet altijd de Abt!“. God geve dat het ook zo mag zijn in Novy Dvur. In deze orde van ideeën moet u weten dat binnen onze twee communiteiten de debatten rond de werkzaamheden heftig zijn. Dom Eustache de Beaufort, hervormer van Sept-Fons in de XVIIIe eeuw, bouwde met hout en zonder overmatige zorg opdat de gebouwen minder lang zouden bestaan dan de monniken. De kerk van Sept-Fons die we, zo God wil, volgend jaar zullen restaureren zal gedurende vijftig jaar het gebed herbergen van de broeders die nu hun kloostervorming beginnen. Het gastenverblijf dat wij in Novy Dvur bouwen, komt op het juiste moment. Want door plaatsgebrek waren we deze zomer genoodzaakt begrijpende gasten in de slaapzaal van de monniken onder te brengen. Maar indien de wens om te bouwen of te restaureren groter was geweest dan de zorg om het kloosterleven te leiden en de broeders te vormen of daarmee had gewedijverd, zou de mislukking gegarandeerd zijn. Ook daar ligt een subtiele verleiding.

Dit alles zou een ernstige toon aan deze brief geven. Niettemin bestaat ons dagelijks leven zoveel mogelijk uit luchtigheid: deze zomer hebben we de directe omgeving van het klooster en van het gastenverblijf aangelegd opdat zij fleurig zullen zijn en makkelijk te onderhouden. Het orgel dat bijna klaar is verhoogt reeds de plechtigheid van onze kerkdiensten. Wij hebben een goede orgelleraar gevonden voor Br. Bruno. Een nieuwe mosterdsoort en een handcrème wordt door ons voorbereid en zullen begin 2008 aan u worden voorgesteld. Uw giften worden gebruikt om een deel van de noodzakelijke investeringen (15.000€) te financieren. Twee derde van onze communiteit is in opleiding. Om tot volledige financiële zelfstandigheid te komen zouden wij van de broeders een werkritme moeten verlangen dat hun kloosterleven in gevaar zou brengen. Ik ben er van overtuigd dat u deze keus om de broeders niet te overbelasten ondersteunt.

De werkzaamheden gaan in een langzamer tempo voort. Maar uw hulp blijft van vitaal belang voor ons. Ik dank u dan ook oprecht.

Van oudsher ziet elke generatie zich geconfronteerd met een toekomst die zorgwekkende elementen bevat; zeker, maar meer nog beloften. Laat ons bouwen, niet op de eerste plaats muren, maar trouwe harten: een immense en geestdriftwekkende taak.

U kunt rekenen op ons gebed, onze dankbaarheid en onze oprechte vriendschap.

Br. M.-Samuel




Februari 2015
2 september 2014
Herfst 2013
5 Juli 2013
10 maart 2013
Enkele weken voor Kerstmis 2012 
2 september 2012, Feestdag van de kerkwijding van Nový Dvůr
Pinksteren 2012
11 januari 2012
30 september 2011, feest van de heilige Hieronymus
1 mei 2011
2 september 2010
Mei 2010
29 januari, 2010
Pinksteren 2009
Vasten 2009
Mei 2008
2 februari 2008
5 juli 2007
2 September 2006
Mariaboodschap 2006
2 februari 2006
September 2005